Brief Staatssecretaris van Financiën, 16 december 2013 nr. DB/2013/593M
Naar aanleiding van het Bazel III kapitaalakkoord veranderen de vereisten die in het kader van het prudentiële toezicht op banken worden gesteld aan aanvullende tier 1 kapitaalinstrumenten. Deze vereisten zijn in de EU uitgewerkt in de kapitaalvereistenverordening die vanaf 1 januari 2014 van toepassing is. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor de fiscale behandeling van aanvullend tier 1 kapitaal, niet alleen in Nederland maar ook in andere lidstaten. Aanvullend tier 1 kapitaal dat is uitgegeven onder het huidige kapitaaleisenraamwerk, wordt door Nederland en de andere lidstaten voor belastingdoeleinden als vreemd vermogen gezien waardoor de vergoeding fiscaal aftrekbaar is. Als gevolg van de gewijzigde vereisten zou aanvullend tier 1 kapitaal dat na 1 januari 2014 wordt uitgegeven, fiscaal niet langer als vreemd vermogen kunnen worden aangemerkt. Aan de onzekerheid over de fiscale behandeling van aanvullend tier 1 kapitaal die hier het gevolg van is, zou pas na jaren een einde kunnen komen als de hoogste rechter hierover heeft beslist. Voor zover mij bekend, kiezen alle Europese landen die hierover tot op heden al een besluit hebben genomen voor de continuering van de fiscale behandeling van aanvullend tier 1 kapitaal als vreemd vermogen, dan wel voor de aftrekbaarheid van de vergoeding over aanvullend tier 1 kapitaal ten laste van het fiscale resultaat.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 6 januari