Rechtbank Den Haag oordeelt dat geen voorziening negatief ROW mogelijk is voor 2012 en 2013, omdat die aanslagen al onherroepelijk vaststaan.

X werkt in dienstbetrekking en maakt hiervan misbruik door in privé derivatenprovisies te ontvangen van een tussenpersoon. Vanaf 2004 geeft X de provisies aan als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW). In 2012 wordt X ontslagen en er wordt conservatoir beslag op zijn vermogen gelegd. Voor 2014 heeft Hof Den Haag (zie V-N 2021/3.4) vastgesteld dat X voor de (toekomstige) betalingen aan zijn oud-werkgever een voorziening mag vormen van € 1.573.760 en dat dit als negatief ROW in aanmerking kan worden genomen. Na deze uitspraak dient X nieuwe aangiften IB/PVV 2015 tot en met 2017 in.

In geschil is of de aanslagen tot de juiste bedragen zijn opgelegd. X stelt dat hij ook voor de jaren 2012 en 2013 een voorziening moet kunnen vormen en dat ten onrechte box 3-inkomen in aanmerking is genomen over de jaren 2015 en 2016.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat geen voorziening negatief ROW mogelijk is voor 2012 en 2013, omdat die aanslagen al onherroepelijk vaststaan en de termijn om te verzoeken om ambtshalve vermindering is verstreken. De bezittingen op 1 januari 2015 en 2016 behoren tot zijn box 3-inkomen, ondanks de onrechtmatige herkomst en de conservatoire beslagen. De box 3-heffing is voor die jaren ook geen individuele en buitensporige last.

Voor 2015 is het beroep uitsluitend gegrond, omdat in de uitspraak op bezwaar een hoger box 3-inkomen staat dan op de aanslag. Dit is in strijd met het verbod op reformatio in peius.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:11

Wet inkomstenbelasting 2001 3.150

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 13 april

Carrousel: Carrousel

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen