Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vindt de fiscale megaclaims voor boeren die, via een regeling van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bomen hebben geplant op hun landbouwgrond een “bijzonder vervelende verrassing”. De regeling leidt voor de boeren tot fiscale megaclaims omdat de landbouwvrijstelling niet kan worden toegepast.

Voor de landbouwvrijstelling is namelijk vereist dat de landbouwgronden worden aangewend binnen een landbouwonderneming. Het ministerie heeft echter geen fiscale toezegging gedaan dat door het gebruikmaken van de regeling sprake zou zijn van landbouwgrond dat wordt aangewend in een landbouwonderneming. Hierdoor heeft de Belastingdienst bij boeren die de regeling toepasten kunnen constateren dat de landbouwvrijstelling niet van toepassing is. Ook de Rechtbank Noord-Nederland 6 mei 2021, 19/410 en het Hof Arnhem-Leeuwarden 11 oktober 2022, 21/00659, V-N 2023/6.1.1 hebben geoordeeld dat in dit kader de landbouwvrijstelling niet van toepassing is. Om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen zal het ministerie in het vervolg beter communiceren over de fiscale gevolgen van haar regelingen en vaker optrekken met het Ministerie van Financiën. Inmiddels hebben de boeren cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De verwachte datum van het arrest van de Hoge Raad is niet bekend.

Lees ook het thema De landbouwvrijstelling in de winstsfeer.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.12

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 8 september

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Agro

1637

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen