Waar bedrijven financiële steun nodig hebben, kan in veel gevallen naar het generieke steuninstrumentarium worden verwezen en biedt dit instrumentarium ook uitkomst. Individuele steun kan alleen worden overwogen wanneer het generieke steuninstrumentarium ontoereikend is en het publiek belang de directe ondernemingsbelangen overstijgt. Individuele steunverlening aan bedrijven is maatwerk. Het kabinet zal van geval tot geval beoordelen of steun gerechtvaardigd is. De bewindslieden verwachten op dit moment slechts een beperkt aantal aanvragen voor individuele steunmaatregelen. Tot op heden is nog geen steunverzoek afgewezen.
Met het stellen van de voorwaarden aan steunverlening wil het kabinet bereiken dat bedrijven met laagbelastende jurisdicties in de structuur en die individuele steun willen ontvangen, hun huidige structuren met deze laagbelastende jurisdicties verlaten. Het kabinet geeft de bedrijven die op het moment van de steunverlening nog niet aan de voorwaarden voldoen in beginsel een termijn van 12 maanden de tijd om door middel van herstructurering alsnog aan de voorwaarden te voldoen.
Het kabinet zal jaarlijks gegevens rapporteren over de totale uitgaande inkomensstromen van bfi’s naar laagbelastende jurisdicties en de gegevens uit de aangiften bronbelasting. Een effectmeting van de bronbelasting kan vermoedelijk in 2023 worden uitgevoerd. Ook andere maatregelen tegen belastingontwijking zullen worden gemonitord. Het kabinet denkt in 2024 te kunnen rapporteren over de effecten van de earningsstrippingmaatregel, de aanvullende Controlled Foreign Companies (CFC)-maatregelen en de effecten van de implementatie van de tweede EU-anti-belastingontwijkingsrichtlijn (ATAD 2) op de cv/bv-structuur.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 1 oktober