Stichting X verricht fondsenwerving ten behoeve van de voedselbanken in Nederland. Bij de uitvoering betrekt zij restaurants en brengt daarbij geringe bedragen in rekening. X heeft aangifte gedaan voor de omzetbelasting over het tijdvak 1 april 2013 tot en met 30 juni 2013 en het tijdvak 1 juli 2013 tot en met 30 september 2013, welke aangiften leidden tot verzoeken om teruggaaf. Deze teruggaven zijn verleend. De inspecteur heeft het ondernemerschap van X beoordeeld en geconcludeerd dat X niet kwalificeert als ondernemer voor de omzetbelasting. Naar aanleiding hiervan zijn de verleende teruggaven ongedaan gemaakt door de in geschil zijnde naheffingsaanslagen. Rechtbank Gelderland verklaart het beroep van stichting X ongegrond. Stichting X komt in hoger beroep.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden bestaan de feitelijke activiteiten van Stichting X uit het opzetten en uitvoeren van een campagne om restaurants te bewegen mee te doen aan een inzamelingsactie. Stichting X verricht primair belaste economische activiteiten en de fondswervende aspecten voor de voedselbanken zijn het gevolg daarvan. Stichting X heeft dan ook het recht om de aan haar in rekening gebrachte voorbelasting volledig af te trekken. De naheffingsaanslagen zijn ten onrechte opgelegd en worden vernietigd. Het hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15