X, uitbater van een café, is verhuisd naar een woning die, anders dan zijn oude woning, beschikt over een berging waarin hij de apparatuur kan plaatsen die hij gebruikt in het kader van zijn onderneming maar die hij niet in of bij de elders gevestigde onderneming kan onderbrengen. X maakt bezwaar tegen de definitieve aanslag ib/pvv 2014 en verzoekt pas dan om een forfaitaire aftrek van € 7750 vanwege de kosten voor het overbrengen van zijn inboedel. De inspecteur weigert de aftrek. X gaat in beroep.
Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft X aannemelijk gemaakt dat hij verhuiskosten heeft gemaakt en dat deze kosten als zakelijk hebben te gelden (vgl. HR 10 juli 2015, V-N 2015/34.16). Dat de onderneming niet is verplaatst en hij ervoor heeft gekozen de verhuiskosten niet ten laste van de winst te brengen doet aan de zakelijkheid van de kosten niet af. X heeft recht op de door hem geclaimde forfaitaire aftrek. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 21 juni