Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de boete is opgelegd naar het maximum op basis van de verschuldigde belasting. Ondanks dat de aanslag onherroepelijk is geworden zonder inhoudelijke beoordeling door de rechter is de boete van € 13.992 passend en geboden.
Vof X exploiteert een houtgroothandel. Haar externe boekhouder waarschuwt in maart 2017 dat er een grote BTW-schuld is en dat X suppleties moet doen. Later constateert de inspecteur tijdens een boekenonderzoek dat er structureel (nog meer) te weinig BTW is aangegeven. De boekhouder zegt op basis hiervan het vertrouwen op en adviseert X om een andere boekhouder te zoeken. In geschil is de verzuimboete bij de naheffingsaanslag over de jaren 2013 tot en met 2016. Rechtbank Gelderland matigt de boete enkel wegens het overschrijden van de redelijke termijn tot € 13.992.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de boete voor het te weinig betalen van BTW is opgelegd naar het maximum op basis van de verschuldigde belasting. De naheffingsaanslag staat inmiddels onherroepelijk vast en is gebaseerd op de berekeningen van de nieuwe boekhouder. Ondanks dat de aanslag onherroepelijk is geworden zonder inhoudelijke beoordeling door de rechter is de boete passend en geboden. Door X is namelijk onvoldoende gesteld, dat en in hoeverre deze berekeningen onjuist zouden zijn. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Lees ook het thema: Strafrechtelijke afdoening van fiscaalbestuursrechtelijke zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 juli