Belanghebbende, X bv, exploiteert een handelsbedrijf in auto's. Een personenauto behoort van 11 januari 2013 tot en met 15 mei 2013 tot haar bedrijfsvoorraad. Een klant neemt deze auto op 19 maart 2013 voor proef mee. Met de klant is afgesproken dat hij de auto (tijdig) op diens naam zal zetten. De klant doet dat echter niet. Op 19 maart 2013 en 25 maart 2013 wordt geconstateerd dat met de auto gebruik wordt gemaakt van de weg terwijl er geen handelaarskentekenplaten op zitten. In geschil zijn de twee aan X bv opgelegde MRB-naheffingsaanslagen van elk € 416 en twee verzuimboetes van 100%. De auto is op 11 mei 2013 verkocht aan de klant. De overschrijving in het kentekenregister vindt plaats op 16 mei 2013. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsperioden elkaar mogen overlappen als op verschillende dagen gebruik van de weg wordt geconstateerd (zie HR van 17 februari 2006, nr. 41.660, V-N 2006/12.21). Van een autohandelaar mag worden verwacht dat deze goed op de hoogte is van de regelgeving. Het maakt ook niet uit dat de directeur van X bv destijds in het buitenland verbleef. Aangezien X bv echter voor twee soortgelijke verzuimen binnen één week is gestraft, wordt de boete van de tweede aanslag gematigd tot 50%. Het beroep van X bv is slechts in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 70
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 69
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 8 juli