Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er geen reden is om de foutenleer toe te passen in een jaar na 2011. In 2010 is weliswaar een onjuistheid begaan, maar van een fout die doorwerkt in de balanswaardering is door het ontbreken van een balanspost per einde 2011 geen sprake.
Belanghebbende, X, houdt aandelen in A bv en is vennoot in een vof met zijn zoon. De bv is eigenaar van een NSW-landgoed. Op grond van art. 10.9 Wet IB 2001 wordt A bv beschouwd als fiscaal transparant en vormen de bedrijfsgebouwen voor X buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen. Vanaf 1 januari 2010 is A bv niet langer meer fiscaal transparant. Desondanks rekent X de bedrijfsgebouwen toch nog tot zijn ondernemingsvermogen. In verband met de staking van zijn onderneming in 2011 neemt X in zijn IB-aangifte 2011 ter zake van de bedrijfsgebouwen een stakingswinst in aanmerking. In 2017 wordt een verzoek om ambtshalve vermindering van de IB-aanslag 2012 gedaan. Daarin wordt gesteld dat de stakingswinst in 2010 in aanmerking moet worden genomen en dat deze fout in 2012, het oudste jaar waarin nog ambtshalve kan worden verminderd, moet worden hersteld.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er geen reden is om de foutenleer toe te passen in een jaar na 2011. In 2010 is weliswaar een onjuistheid begaan, maar van een fout die doorwerkt in de balanswaardering is door het ontbreken van een balanspost per eind 2011 geen sprake. X heeft de bedrijfsgebouwen ten onrechte op zijn balans per eind 2010 geactiveerd, maar de stille reserve in deze bedrijfsgebouwen is bij de staking van de onderneming in 2011 alsnog tot de winst gerekend. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema Fiscale aspecten vermogensetikettering.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 14 februari