Advocaat-generaal Wathelet concludeert dat Frankrijk in strijd met het EU-recht handelt door bronbelasting te heffen over Frans dividend dat wordt genoten door buitenlandse verlieslatende ondernemingen. Verlieslatende Franse vennootschappen worden namelijk niet belast voor dividenden van nationale oorsprong voor zover zij verlieslatend blijven.

De in België gevestigde vennootschappen Sofina SA, Rebelco SA en Sidro SA ontvangen dividenden van Franse vennootschappen waarin zij minderheidsdeelnemingen houden. De Moeder-dochterrichtlijn is niet van toepassing op deze dividenden, zodat 15% bronbelasting wordt geheven over de dividenden. De Belgische vennootschappen zijn het hier echter niet mee eens. Frankrijk kent namelijk een speciale regeling voor verlieslatende ondernemingen met zetel in Frankrijk. Verlieslatende Franse ondernemingen worden namelijk pas daadwerkelijk belast over dividenden uit Franse bron wanneer hun belastbaar resultaat weer winstgevend wordt. De, eveneens verlieslatende, Belgische vennootschappen zijn dan ook van mening dat er sprake is van strijd met het EU-recht. De Franse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Wathelet concludeert dat Frankrijk in strijd met het EU-recht handelt door bronbelasting te heffen over Frans dividend dat wordt genoten door buitenlandse verlieslatende ondernemingen. De A-G wijst er daarbij op dat verlieslatende Franse vennootschappen niet over dividenden van nationale oorsprong worden belast voor zover zij verlieslatend blijven.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 65

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 63

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Dividendbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 9 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen