Het Franse Accor SA ontvangt dividenden van haar in andere lidstaten gevestigde dochterondernemingen. Ter zake van de dooruitdeling van dat dividend is Accor een voorheffing verschuldigd. Volgens Accor is deze heffing in strijd met het gemeenschapsrecht. Zij vordert dan ook terugbetaling van de betaalde voorheffing. De Franse rechter stelt Accor in het gelijk. Naar aanleiding van het beroep in cassatie van de Minister van Financiën, stelt de Franse rechter prejudiciële vragen. De Franse rechter wijst er daarbij op dat – bij dooruitdeling van dividend – van de voorheffing een belastingkrediet kan worden afgetrokken dat aan een moedermaatschappij wordt toegekend voor dividenden die zijn uitgekeerd door een in Frankrijk gevestigde dochtermaatschappij. Er wordt echter geen belastingkrediet toegekend voor dividenden die afkomstig zijn van niet in Frankrijk gevestigde dochtermaatschappijen. Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Frankrijk geen belastingkrediet toekent ter zake van dividenden die worden ontvangen van dochtermaatschappijen die niet in Frankrijk zijn gevestigd. Volgens het HvJ EU is de Franse regeling in strijd met de vrijheid van vestiging en de vrijheid van kapitaalverkeer.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Dividendbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
Editie: 22 september