Belanghebbende, de heer X, is directeur van een concern. In 2007 komt na een anonieme tip vast te staan dat X samen met een andere hooggeplaatste collega misbruik van zijn bevoegdheden heeft gemaakt. Twee grote bouwprojecten hebben zij namelijk uit persoonlijk gewin laten uitvoeren door bv's waarvan zij ieder (indirect) 50% aandeelhouder van waren. De betreffende rechtshandelingen vonden plaats in 2005. In geschil is of de inspecteur de winstpotentie van deze projecten terecht in de IB-sfeer van dat jaar bij X heeft belast als resultaat uit overige werkzaamheden en tevens een vergrijpboete van € 150.000 heeft opgelegd. Rechtbank Leeuwaren stelt de inspecteur in het ongelijk. De inspecteur gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X een leek op fiscaal gebied is, zodat hij zich niet heeft gerealiseerd dat zich een fictief genietingsmoment voordeed bij het afsluiten van de transacties. Er kan dus niet worden gezegd dat X door het voordeel niet in zijn aangifte op te nemen bewust heeft getracht een aanzienlijk bedrag aan inkomsten buiten de heffing te houden. De door de inspecteur bepleite omkering en verzwaring van de bewijslast kan dus niet plaatsvinden en ook de boete is ten onrechte opgelegd. Met zijn (subsidiaire) berekeningen maakt de inspecteur echter wel aannemelijk dat X meer als resultaat uit overige werkzaamheden heeft genoten dan feitelijk bij hem is belast. Het beroep van de inspecteur is dus in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 mei