De heer X (belanghebbende) is jarenlang feitelijk bestuurder van A bv. Deze bv modificeert trucks, zoals het verlengen van het chassis en het aanbrengen van dubbele besturing. A bv betaalt de loonheffing niet, maar haar concurrente schuldeisers wel. Vanaf 2007 zijn in goed overleg met de ontvanger meerdere betalingsregelingen gemaakt en de ontvanger legt op initiatief van A bv zelfs beslag op twee trucks. Als de ontvanger later tot executie wil overgaan, zijn de trucks al verscheept naar Curaçao. De betaling die A bv in dat kader heeft ontvangen, is niet aangewend voor het betalen van belasting. A bv gaat vervolgens failliet. In geschil is of X door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor de belastingschulden van A bv. Rechtbank Breda verlaagt de aansprakelijkstelling tot € 45.777. X gaat in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur, aangezien X de ontvanger ten onrechte niet heeft geïnformeerd over het verschepen van de trucks naar Curaçao. X had zich redelijkerwijs namelijk moeten realiseren dat de verscheping daarvan zou leiden tot het onbetaald blijven van de belastingschulden en heeft de ontvanger dus misleid. Het beroep van X is slechts gegrond met betrekking tot de invorderingsrente en de kosten. De aansprakelijkstelling wordt verlaagd tot € 43.193.
Wetsartikelen: