Hof Arnhem-Leeuwarden wijst de claim van X tot schadevergoeding af. X heeft onvoldoende onderbouwd dat de vennoten van het administratiekantoor de op hen rustende verplichtingen niet zijn nagekomen. Dat een naheffingsaanslag is opgelegd betekent niet dat er fouten zijn gemaakt.
Belanghebbende, X, exploiteert een garagebedrijf en wordt in 2010 klant bij administratiekantoor A. Omdat de boekhouding van X te wensen overlaat, aanvaardt A geen enkele aansprakelijkheid ten aanzien van de ingediende IB-aangiften 2010 en de jaarcijfers over 2009 en 2010. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur vast dat X over de jaren 2008 - 2010 € 31.000 te weinig BTW heeft afgedragen. De inspecteur legt vervolgens BTW-naheffingsaanslagen met boetes op. In april 2013 staakt A de werkzaamheden voor X, omdat X de facturen niet betaalt. X schakelt een andere boekhouder in, die de volledige administratie vanaf 2008 opnieuw inboekt. X stelt A aansprakelijk voor de door hem geleden schade.
De civiele kamer van Hof Arnhem-Leeuwarden wijst de claim van X tot schadevergoeding af. X heeft onvoldoende onderbouwd dat de vennoten van het administratiekantoor de op hen rustende verplichtingen niet zijn nagekomen. Dat een naheffingsaanslag is opgelegd betekent niet dat er fouten zijn gemaakt. Dat de nieuwe boekhouder de naheffingsaanslagen met € 5000 heeft kunnen verlagen, is niet van belang, omdat nog steeds een fors bedrag aan te betalen BTW resteert. Ook is de boekhouding tot juni 2010 door X zelf of zijn toenmalige boekhouder verzorgd. Verder wijst het hof er op dat X welbewust, vanwege zijn slechte liquiditeitspositie, te lage BTW-aangiften deed, of liet doen. De vennoten van A hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat de administratie van X te wensen overliet.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Verbintenissenrecht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 maart