X ontplooit sinds 2007 activiteiten als gastouder. De opbrengsten verantwoordt X in eerste instantie als ROW, en sinds 2010 als winst. In geschil is of X winst geniet.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X als gastouder winst uit onderneming geniet. De rechtbank wijst er daarbij op dat er sprake is van continuïteit, aangezien X de werkzaamheden al sinds 2007 uitoefent. Ook is volgens de rechtbank, gezien de inkomsten en de gesloten contracten, voldaan aan het duurzaamheidsvereiste en hebben de werkzaamheden voldoende omvang. Verder merkt de rechtbank nog op dat X ondernemersrisico loopt. De rechtbank wijst er in dit verband op dat X debiteurenrisico loopt omdat zij, als de vraagouders de achteraf door het gastouderbureau uitgereikte factuur niet betalen, niet wordt uitbetaald terwijl ze haar werkzaamheden al wel heeft verricht. Ook loopt X risico op inkomstenverlies, doordat zij bij ziekte, vakanties en absenties anderszins niets verdient. Verder loopt X volgens de rechtbank ook nog continuïteitsrisico, omdat de vraagouders, onder bepaalde voorwaarden, de overeenkomst kunnen opzeggen, waardoor X omzetverlies lijdt en genoodzaakt is zelf, al dan niet met behulp van het gastouderbureau, nieuwe vraagouders te zoeken. De rechtbank kent vervolgens ook zelfstandigenaftrek en startersaftrek toe aan X.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 9 november