Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de auto na de vervaardiging nauwelijks is gebruikt en dus bij de registratie in Nederland als een nieuwe personenauto heeft te gelden.
Belanghebbende, X bv, koopt in 2013 een personenauto voor € 41.200. Het Duitse kenteken staat op naam van H, die de eigenaar van de verkoper is. Op de factuur staat dat het een ‘Gebrauchtwagen' betreft.De auto is vervolgens met een trailer naar Nederland vervoerd en heeft op het moment van de BPM-aangifte een km-stand van 303. Door de RDW zijn geen gebruikssporen geconstateerd. Volgens X bv is het een gebruikte auto. De inspecteur stelt dat de auto nieuw is. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag van van € 5.481 is opgelegd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. X bv gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de auto na de vervaardiging nauwelijks is gebruikt en dus bij de registratie in Nederland als een nieuwe personenauto heeft te gelden (zie HR 27 januari 2017, nrs. 16/02949 en 16/03401, V-N 2017/7.20 en V-N 2017/7.21). Het EU-verdedigingsbeginsel gaat niet zover dat de inspecteur X bv ook voor een gesprek had moeten uitnodigen. Aangezien X bv pas in hoger beroep klaagt over het overschrijden van de redelijke termijn en de rechtbank dit ook niet ambtshalve had hoeven te onderzoeken, kan de voortvarende behandeling van het onderhavige hoger beroep de overschrijding alsnog compenseren (vgl. HR 12 december 2014, nr. 14/00797, V-N 2014/65.8). Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 2 februari