X bv exploiteert een café, waarin twee gokkasten van een derde staan. In 2009 wordt bij een controle vastgesteld dat de detailgegevens van de kassa niet zeven jaar bewaard blijven en is geadviseerd om contact op te nemen met de leverancier van het systeem. In 2018 blijkt dat desondanks een aantal Z-afslagen ontbreekt en dat deze niet doorlopend zijn genummerd. Verder worden op de Z-afslagen geen 'grand totals' vermeld. Op basis van een theoretische omzetberekening stelt de inspecteur dat er veel zwarte omzet is. In geschil is de VPB-navordering en de BTW-naheffing, alsmede de 50% vergrijpboetes van in totaal ruim € 80.000.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de navorderingsaanslagen is uitgegaan van een redelijke schatting door schenknormen van Koninklijke Horeca Nederland te hanteren. Voor de BTW schakelt X bv aan het einde van het jaar steeds ten onrechte over op het vorderingenstelsel om zodoende de zogenaamde pofklanten af te waarderen en die BTW terug te vragen. X bv is namelijk wettelijk verplicht om het kasstelsel te hanteren. De vergoedingen die X bv van de exploitant van de gokkasten ontvangt, zijn voorts niet vrijgesteld. Zowel het vaste deel voor het ter beschikking stellen van de ruimte als het omzetafhankelijke deel is gewoon belast. De boetes zijn passend en geboden. De beroepen van X bv zijn ongegrond. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn worden de boetes wel ambtshalve met 5% gematigd.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Wet op de omzetbelasting 1968 26
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 8 april