Rechtbank Den Haag oordeelt dat de achteraf opgestelde rittenregistratie te veel onnauwkeurigheden bevat om als overtuigend bewijs te kunnen dienen voor `geen privégebruik'van een auto die voor zakelijk gebruik ter beschikking is gesteld. De LB-naheffing is dus terecht.
Belanghebbende, de heer X, is als directeur in loondienst bij een bv. De bv stelt aan X een Lexus LS600HL ter beschikking. Privé beschikt X daarnaast over een Audi Q7. In 2005 is een ‘verklaring geen privégebruik auto’ aan X afgegeven. In 2014 stuurt de inspecteur een vragenformulier naar X en verzoekt om gegevens te verstrekken waaruit blijkt dat hij met de Lexus in 2011, 2012 en 2013 op jaarbasis niet meer dan 500 km's privé heeft gereden. X slaagt hier volgens de inspecteur niet in. De inspecteurlegt LB-naheffingsaanslagen over 2011, 2012 en 2013op, alsmede een vergrijpboete van € 1.500.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de achteraf opgestelde rittenregistratie te veel onnauwkeurigheden bevat om als overtuigend bewijs te kunnen dienen. De rittenstaten geven geen geen volledig beeld van de werkelijk gereden ritten, routes en afstanden. Aangezien X ook niet over ander bewijsmateriaal beschikt, is de naheffing terecht. Zijn verklaring dat hij pertinent niet privé met de Lexus heeft gereden en het feit dat hem privé een Audi Q7 ter beschikking staat, maken dit niet anders. De beroepen van X zijn ook oor het overige ongegrond.
Lees ook het thema Wet Uitwerking Autobrief II
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 11 augustus