Belanghebbende, X, rijdt in 2011 en in 2012 in een auto van de zaak, achtereenvolgens in een BMW X5 en een BMW 525. Omdat hem een beschikking ‘Verklaring geen privégebruik auto' is afgegeven door de inspecteur heeft zijn werkgever de forfaitaire loonbijtelling achterwege gelaten. Om te controleren of X nog voldoet aan de voorwaarde ‘op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 privékilometers' stuurt de inspecteur X eind 2012 een vragenformulier toe. X stuurt het formulier samen met zijn rittenregistratie en een loonstrook terug. De inspecteur constateert echter dat de rittenadministratie niet voldoet aan de wettelijke vereisten en bovendien onjuist is omdat X op een aantal dagen geen ritten heeft vermeld hoewel de auto op die dagen wel is gesignaleerd op de A16 en A4. Dat leidt tot naheffingsaanslagen loonheffingen en verzuimboeten van 40% van de nageheven belasting.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant laat deze in stand. De rittenregistraties bevatten te veel onnauwkeurigheden om te kunnen zeggen dat is voldaan aan de wettelijke vereisten nu niet elke rit afzonderlijk is geregistreerd, maar per dag in één totaal wordt geregistreerd wat er is gereden, ook als dat meerdere ritten zijn. Ook zijn niet alle ritten geregistreerd, zodat dus de vermelde begin- en eindstanden niet kunnen kloppen. Dit alles geeft de rechtbank gerede twijfel aan de betrouwbaarheid van de rittenregistratie, zodat X niet heeft aangetoond dat hij de auto niet meer dan 500 km per jaar voor privédoeleinden heeft gebruikt. Daaraan doet niet af dat ook met de ‘vergeten' ritten de grens van 500 privé-kilometers niet wordt overschreden.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 24
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 3.13
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 16 september