Belanghebbende, X, is eigenaar van een personenauto waarvan de geldigheid van het kentekenbewijs is geschorst. De inspecteur legt X een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting met boete op nadat hij heeft geconstateerd dat de auto ondanks de schorsing van het kenteken gebruik heeft gemaakt van de openbare weg.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de verzuimboete wegens AVAS komt te vervallen omdat X niet kan worden verweten dat de garagehouder op de openbare weg heeft gereden met de geschorste auto. X heeft onweersproken gesteld dat toen hij de auto bij de garage achterliet, hij uitdrukkelijk kenbaar heeft gemaakt dat de geldigheid van het kentekenbewijs van het motorrijtuig was geschorst en dat de garagehouder heeft aangegeven hiermee rekening te zullen houden. Gelet op de mededeling van de garagehouder mocht X erop vertrouwen dat met het motorrijtuig geen gebruik van de openbare weg zou worden gemaakt, zodat het gebruik van de openbare weg geheel aan de garagehouder te wijten is. Het voorgaande is voor de rechtbank aanleiding de verzuimboete te vernietigen. De naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting blijft wel in stand.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 19-1
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 18 oktober