Belanghebbende, X bv, maakt bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De heffingsambtenaar vernietigt in bezwaar de naheffingsaanslag maar weigert de gevraagde bezwaarkostenvergoeding. Dit omdat de persoon die de auto heeft geparkeerd het verkeerde kenteken heeft ingetoetst en de gemeente dus geen onrechtmatigheid kan worden verweten. X bv stelt dat het gebruik van scanauto’s door de gemeente onrechtmatig is en zij op grond daarvan wel degelijk recht heeft op een kostenvergoeding.
Hof Amsterdam (MK IV, 25 april 2017, 16/00205, V-N Vandaag 2017/1537) oordeelt dat een controle met een scanauto voor de parkeerbelasting geen schending oplevert van art. 8 EVRM. X bv is kennelijk van mening dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting is herroepen vanwege een aan de heffingsambtenaar te wijten onrechtmatigheid, welke onrechtmatigheid zou bestaat uit het vaststellen van de naheffingsaanslag op basis van in strijd met art. 8 EVRM door scanauto’s vergaarde gegevens. X bv zou daarom recht hebben op een bezwaarkostenvergoeding. Het hof verwerpt de stelling van X bv. Het hof oordeelt dat zich geen verboden inmenging in het privéleven heeft voorgedaan. De controles met scanauto’s zijn aan te merken als waarnemingen in de publieke ruimte die op zichzelf geen verboden inmenging opleveren. X bv heeft geen recht op een bezwaarkostenvergoeding. Verder is de hoorplicht niet geschonden. De heffingsambtenaar mocht na de vernietiging van de naheffingsaanslag voorbijgaan aan het hoorverzoek van X.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 april