Belanghebbende, X, is aanmerkelijkbelanghouder in meerdere vennootschappen. X verzoekt de inspecteur om zijn gebruikelijk loon te verlagen naar € 13.500. De inspecteur gaat hiermee akkoord. X geeft in zijn aangifte iB/PVV als enig inkomen een resultaat uit overige werkzaamheden aan van € 5.000. De inspecteur corrigeert het belastbaar inkomen met € 44.000 aan gebruikelijk loon. In geschil is of de inspecteur terecht en tot het juiste bedrag gebruikelijk loon corrigeert.
Het hof oordeelt dat de inspecteur terecht is uitgegaan van het normbedrag van € 44.000. Hoewel het normbedrag per dienstbetrekking geldt, heeft de inspecteur dit bedrag slechts eenmaal in aanmerking genomen voor alle vennootschappen waarin X een aanmerkelijk belang heeft. X maakt niet aannemelijk dat zijn gebruikelijke loon lager moet zijn. Wel is aannemelijk dat het row van € 5.000 een beloning vormt voor arbeid die X heeft verricht. Daarom moet de correctie € 39.000 zijn. Het beroep van belanghebbende is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 12a