Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de gebruikelijkloonregeling, ondanks zijn dwarslaesie, op X van toepassing is. X heeft namelijk arbeid verricht voor de bv’s. Dat X zich niet met de dagelijkse gang van zaken kan bezighouden, acht de rechtbank niet van belang.

Belanghebbende, X, houdt (indirect) de aandelen in C bv en haar dochtermaatschappijen. De bv’s houden zich bezig met het exploiteren van onroerende zaken. Voor een deel van de werkzaamheden huren de bv’s de diensten van derden in. X, die een dwarslaesie vanaf zijn nek heeft, neemt bestuursbesluiten en controleert het werk van derden. In zijn IB-aangifte 2015 geeft X een belastbaar inkomen uit ab aan van € 175.000. De inspecteur legt de aanslag op conform de aangifte. Na bezwaar van X legt de inspecteur een aanslag op naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.000, omdat volgens hem de gebruikelijkloonregeling van toepassing is. Hij beroept zich daarbij op interne compensatie.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de gebruikelijkloonregeling, ondanks zijn dwarslaesie, op X van toepassing is. X heeft namelijk arbeid verricht voor de bv’s. Dat X zich niet met de dagelijkse gang van zaken kan bezighouden, en dat zijn werkzaamheden zijn beperkt tot het nemen van bestuursbesluiten en het controleren van het werk van derden, neemt volgens de rechtbank niet weg dat hij arbeid in kwalitatieve zin heeft verricht voor de bv’s. Het gebruikelijk loon is terecht vastgesteld op € 44.000. Verder wijst de rechtbank er nog op dat het beroep op interne compensatie niet tot PVV-heffing kan leiden, omdat interne compensatie tussen IB en PVV niet mogelijk is.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 10 oktober

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen