Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende over 2017 en 2018 geen aanspraak kan maken op een hogere eigenwoningrenteaftrek dan de inspecteur heeft geaccepteerd.

X heeft een eigen woning. In 2017 en 2018 trekt X eigenwoningrente af tot een bedrag van € 31.605, respectievelijk € 16.469. De inspecteur accepteert slechts een renteaftrek van € 12.762 (2017) en € 13.429 (2018). In geschil is onder meer of X in de jaren 2017 en 2018 aanspraak kan maken op een hogere eigenwoningrenteaftrek.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende over 2017 en 2018 geen aanspraak kan maken op een hogere eigenwoningrenteaftrek. X overlegt geen bewijsstukken waaruit volgt dat moet worden uitgegaan van de door hem in zijn aangiften IB/PVV 2017 en 2018 aangegeven bedragen. Daarentegen betwist de inspecteur gemotiveerd de in de aangiften opgenomen bedragen onder verwijzing naar de gerenseigneerde gegevens. De inspecteur heeft de aftrekbare rentebedragen terecht gecorrigeerd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.120

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 16 maart

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen