Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het voor eigen rekening van X komt dat hij de Belastingdienst niet heeft geïnformeerd over zijn nieuwe adres in het buitenland.
X is in 2018 persoonlijk failliet verklaard door Rechtbank Rotterdam. Vanaf 31 december 2018 is X uitgeschreven uit de basisregistratie personen in Nederland. X is toen naar Venezuela geëmigreerd en daarna naar Curaçao. In geschil zijn de aanslagen IB/PVV met belastingrente- en verzuimboetebeschikkingen over de jaren 2017 t/m 2019 en aanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw over 2017 en 2018.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het voor eigen rekening van X komt dat hij de Belastingdienst niet heeft geïnformeerd over zijn nieuwe adres in het buitenland. X had zich er bij zijn vertrek uit Nederland bewust van kunnen zijn dat hij voor 2017 nog fiscale verplichtingen had in Nederland. Hij had zijn verhuizing in het buitenland dus moeten doorgeven aan de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft de aanslagen terecht verzonden naar het door X opgegeven adres in het buitenland. X heeft te laat bezwaar gemaakt en bovendien buiten de vijfjaarstermijn verzocht om ambtshalve vermindering van de aanslagen. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar 2017 terecht niet-ontvankelijk is verklaard en het verzoek om ambtshalve vermindering voor dat jaar terecht is afgewezen. Ook de beroepen tegen de aanslagen Zvw 2017 en IB/PVV en Zvw 2018 zijn niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het beroep tegen de verzuimboete over 2019 is wel gegrond. De inspecteur heeft erkend dat deze boete vernietigd moet worden.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 9.6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 65
Algemene wet inzake rijksbelastingen 22j
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 31 maart
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht