Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat bij de beoordeling of X een duurzame band van persoonlijke aard heeft met Nederland, acht moet worden geslagen op alle in aanmerking komende omstandigheden van het geval. Dat X een tijdelijke verblijfstitel heeft, sluit zo’n duurzame band niet categorisch uit.
X heeft de Egyptische nationaliteit. Hij is op 7 juli 2020 naar Nederland verhuisd, daarbij gebruikmakende van de regeling ‘zoekjaar afgestudeerden’ om een baan te vinden in Nederland. In verband daarmee is een tijdelijke verblijfstitel gegeven, die recht gaf tot verblijf in Nederland van 10 juli 2020 tot 10 juli 2021. X vindt op 17 maart 2021 een baan in Nederland en doet een verzoek om toepassing van de 30%-regeling. De inspecteur wijst dat verzoek af. In geschil is of X kwalificeert als ingekomen werknemer.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het enkele feit dat X ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst een tijdelijke verblijfstitel had, onvoldoende is om reeds op die grond te concluderen dat X niet als duurzaam verbonden met Nederland kan worden beschouwd. Bij die beoordeling moet acht worden geslagen op alle in aanmerking komende omstandigheden van het geval. Die omstandigheden wijzen er in dit geval op dat sprake is van een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland, dus kwalificeert X niet als ingekomen werknemer. De band met Egypte doet niet af aan de band met Nederland. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema De 30%-regeling.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Wet op de loonbelasting 1964 31a
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 7 juni