Belanghebbende, de heer X, is geboren in 1987 en heeft de Belgische nationaliteit. Vanaf 2003 speelt hij 23 wedstrijden voor de Belgische nationale jeugdploeg en is hij ook aanvoerder. In 2005 treedt X toe tot de selectie van een op het hoogste niveau spelend Belgisch team. X komt medio 2005 in dienst bij een Nederlandse eredisivie club met een maandsalaris van € 8000. In geschil is of het verzoek om toepassing van de 30%-regeling terecht is afgewezen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt X in het gelijk. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt echter dat X bij zijn indiensttreding onvoldoende relevante werkervaring bezit. Bepaald moet worden hoe vaak en hoe lang de voetballer op een niveau heeft gespeeld dat vergelijkbaar is met dat van de Nederlandse eredivisie. X behoorde medio 2005 weliswaar ruim vijf maanden tot de selectie van het Belgische team, doch het is onduidelijk hoe vaak hij daadwerkelijk heeft gespeeld. X stelt in cassatie dat de beoordeling of schaarse specifieke deskundigheid aanwezig is, niet uitsluitend plaats behoort te vinden aan de hand van de relevante ervaring. De Hoge Raad oordeelt dat het hof met zijn overweging dat het belangrijkste struikelblok de voor de functie relevante ervaring is, kennelijk tot uitdrukking heeft willen brengen dat - gelet op de aard van de werkzaamheden en de voorwaarden van de 30% regeling - doorslaggevende betekenis toekomt aan de voorwaarde van het beschikken over voldoende voor de functie relevante ervaring. Dit geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dit geldt evenmin voor het oordeel dat de tot schaarse specifieke deskundigheid bijdragende ervaring door een (jonge) voetballer slechts kan worden opgedaan door te trainen en spelen op een niveau dat vergelijkbaar is met dat van de Nederlandse eredivisie en dat X onvoldoende heeft aangevoerd om te voldoen aan de op hem rustende bewijslast. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 9a