Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat wanneer een gemeente een nieuwe belastingverordening vaststelt zonder eerbiedigende werking te verlenen aan de ingetrokken oude verordening zij geen aanslagen meer mag opleggen op basis van die oude verordening.

Aan X is een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd. X stelt dat de aanslag niet rechtsgeldig is omdat ten tijde van de aanslagoplegging (28 februari 2014) de verordening afvalstoffenheffing 2013 onvoorwaardelijk was ingetrokken.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat wanneer een gemeente een nieuwe belastingverordening vaststelt zonder eerbiedigende werking te verlenen aan de ingetrokken oude verordening zij geen aanslagen meer mag opleggen op basis van die oude verordening. Het hof vernietigt de aanslag van X die is opgelegd na de datum waarop de oude verordening was ingetrokken. Nu niet is voorzien in overgangsrecht, mist de opgelegde aanslag rechtsgrond. Dat de heffingsambtenaar in algemene zin nog bevoegd is een aanslag op te leggen (art. 11 lid 3 AWR) laat onverlet dat ook aan de formele vaststelling door de heffingsambtenaar van een materiële belastingschuld een geldige wettelijke regeling ten grondslag moet liggen waaraan hij de heffingsbevoegdheid voor die specifieke belasting ontleent. Dit is in casu niet het geval.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 11 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen