Hof Amsterdam oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat door de ontvanger terecht stuitingsbrieven aan X zijn verstuurd, ware het niet dat de laatste brief te laat was. De belastingschulden waren kort daarvoor al verjaard.

X was de enige bestuurder van twee bv's die failliet zijn verklaard. In het faillissementsverslag van de curator is opgenomen dat X € 31.000 aan de boedel heeft betaald tegen finale kwijting, zonder erkenning van aansprakelijkheid. De ontvanger stelt X na het einde van de faillissementen in 2017 alsnog aansprakelijk voor de onbetaald gebleven LB-naheffingsaanslagen van beide bv’s. Volgens Hof Den Haag heeft de ontvanger, gelet op de duidelijke tekst van art. 36.1 Leidraad Invordering 2008, niet het recht om na de eerdere aansprakelijkstelling door de curator en de ontvanger X aansprakelijk te stellen wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur. De staatssecretaris gaat in cassatie. De Hoge Raad (14 april 2023 , 20/02401 V-N 2023/18.19) oordeelt dat de Leidraad slechts een “streven” bepleit om één procedure te entameren, maar verbiedt toepassing van beide regelingen niet zonder meer. Volgt verwijzing. X beroept zich thans op verjaring van de belastingschulden. Tussen de stuitingsbrieven zit namelijk meer dan vijf jaar. Volgens de ontvanger is tussentijds ook uitstel van betaling verleend en is de verjaringstermijn daarmee verlengd. Hof Amsterdam oordeelt dat uitsluitend uitstel is verleend voor de bedragen van de aansprakelijkstelling en niet tevens voor de bedragen van de belastingschuld. De belastingschulden waren dus vatbaar voor verjaring. Ter voorkoming daarvan zijn terecht stuitingsbrieven verstuurd, ware het niet dat de laatste brief te laat was. De belastingschulden waren kort daarvoor al verjaard. Het recht op dwanginvordering is verjaard en de aansprakelijkheidsstelling vervalt. Het hof komt niet toe aan de vraag of er een andere reden is waardoor de aansprakelijkheidsstelling vervalt. Het hoger beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Leidraad Invordering 2008 36.1

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Invorderingswet 1990 36

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 8 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

621

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen