X is aandeelhouder van twee bv’s. Na een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat de bv’s niet alle in rekening gebrachte BTW hebben aangegeven en dat ook ten onrechte geen privégebruik auto is aangegeven. In geschil is of X door de ontvanger terecht voor in totaal € 95.538 aansprakelijk is gesteld voor de BTW-naheffing, boetes en heffingsrente. X stelt zelf gedupeerd te zijn door een frauderende mede-aandeelhouder, die ook zonder zijn medeweten gebruik maakte van een bedrijfsauto.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger met de controlerapporten van de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de boetes en heffingsrente aan X persoonlijk zijn te wijten. Er is namelijk niet goed inzichtelijk gemaakt waaruit de vermeende verwijtbare gedragingen van hem zouden hebben bestaan. De totale aansprakelijkstelling wordt daarom verminderd tot € 71.498. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 22 oktober