Rechtbank Den Haag oordeelt dat bij het niet voldoen aan een van de wettelijke voorschriften, zoals in dit geval het ontbreken van verklaringen van het UWV werkbedrijf, geen recht bestaat op afdrachtvermindering onderwijs.

Belanghebbende, X bv, is een particuliere beveiligingsorganisatie die zich in hoofdzaak bezig houdt met het ter beschikking stellen van personeel voor beveiligingswerkzaamheden. Gedurende de jaren 2009 tot en met 2012 past X bv in haar aangiften loonheffing de afdrachtvermindering onderwijs toe. Na een boekenonderzoek, waarbij de inspecteur de nodige omissies constateert, heft de inspecteur een deel van de afdrachtvermindering over 2012 na en legt daarbij aan X bv een vergrijpboete op.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat bij het niet voldoen aan een van de wettelijke voorschriften, zoals in dit geval het ontbreken van verklaringen van het UWV werkbedrijf, geen recht bestaat op afdrachtvermindering onderwijs. Voor wat betreft de bij het boekenonderzoek geconstateerde omissies is X bv niet in haar bewijs geslaagd en is de naheffingsaanslag terecht opgelegd. Het beroep van X bv op het vertrouwensbeginsel wijst de rechtbank op feitelijke gronden af. De rechtbank oordeelt dat door verwijtbaar onachtzaam en nalatig handelen van X bv de boete terecht is opgelegd. Er is geen reden om die boete verder te matigen dan de inspecteur reeds heeft gedaan. Het beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 19 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen