Belanghebbende, bv X, is een uitzendbureau. Bv X stelt arbeidskrachten ter beschikking aan ondernemingen in de voedingsindustrie. Bv X heeft 200 tot 250 werknemers in dienst, waarvan er enkele tientallen werknemers, voornamelijk die van Poolse afkomst, worden geselecteerd voor het volgen van de beroepsbegeleidende leerweg, BBL-opleiding Assistent medewerker voedingsindustrie met Nederlands als tweede taal. Deze BBL-opleiding wordt verzorgd onder verantwoordelijkheid van SVO Opleidingen te Houten. Bv X past in de loonaangiften de afdrachtvermindering onderwijs toe voor 36 werknemers. De inspecteur stelt na een boekenonderzoek dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs en legt naheffingsaanslagen LB en verzuimboeten op.
Hof Den Haag constateert dat 36 werknemers de beroepspraktijkvorming hebben gevolgd die behoort bij de BBL-opleiding. De overeenkomst met SVO Opleidingen heeft vrijwel geheel betrekking op verbetering van de Nederlandse taalvaardigheid van de werknemers. De werknemers volgen lessen Nederlands en leggen assessments af. Weliswaar staat in de overeenkomst dat in het programma van de opleiding zowel beroepscompetenties als taalverwerving aan de orde komt, maar op welke wijze invulling wordt gegeven aan de beroepscompetenties is niet vermeld. Het hof oordeelt dat bv X onvoldoende inzicht geeft in de inhoud van het praktijkdeel van de opleiding, de begeleiding en het daarmee gemoeide tijdsbeslag en al helemaal niet dat het praktijkdeel 60% of meer van de studieduur betreft. Het hof bevestigt de uitspraken van de rechtbank. De afdrachtvermindering onderwijs is terecht geweigerd.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14