X geniet in 2019 een bruto uitkering uit hoofde van de Participatiewet van € 15.543. In zijn aangifte IB/PVV 2019 claimt X € 1.406 aftrekbare kosten. Het gaat hier om advocaatkosten en griffierechten voor door X gevoerde procedures. De procedures gaan er onder meer over om een BKR-registratie te laten vervallen, om een krediet bij de gemeente te verkrijgen en om bijzondere bijstand ter dekking van bepaalde noodzakelijke kosten te verkrijgen. In geschil is of X recht heeft op deze door hem opgevoerde kostenaftrek.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op de door hem geclaimde kostenaftrek. Een causaal verband tussen de kosten en de uitkering ontbreekt. De kosten voor het verkrijgen van bijzondere bijstand kan X niet in aftrek brengen omdat bijzondere bijstand zelf is vrijgesteld van de inkomstenbelastingheffing. X’ hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.108
Wet inkomstenbelasting 2001 3.104
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 15 maart