Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de betaalde rente op de doorlopende kredieten geen eigenwoningrente is. Er bestaat namelijk geen direct verband tussen het aangaan van die kredieten en de financiering van de eerdere verbouwing van de eigen woning. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
X en zijn echtgenote hebben een eigen woning. In geschil is of de inspecteur de aftrekbare rente terecht heeft beperkt tot die van de hypothecaire lening en of hun vervoerskosten terecht niet in aftrek zijn toegelaten als zorgkosten. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch (V-N 2023/41.15.6) oordeelt dat de betaalde rente op de doorlopende kredieten geen eigenwoningrente is. Er bestaat namelijk geen direct verband tussen het aangaan van die kredieten en de financiering van de eerdere verbouwing. X maakt niet aannemelijk dat de vervoerskosten meer zijn dan wat de inspecteur heeft berekend. Zo baseert X de vervoerskosten ten onrechte op de volledige aanschafkosten van de auto naast de afschrijving en de brandstofkosten zijn berekend op € 0,19 per km en niet op de werkelijke kosten. De inspecteur beroept zich vervolgens terecht op interne compensatie. Bij de aanslag is namelijk een te hoog bedrag aan rente in aftrek toegelaten. Het beroep van X is ongegrond. X gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.119a
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 1 maart
Informatiesoort: VN Vandaag