Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur terecht geen scholingsuitgaven in aftrek toelaat omdat de betaling van het collegegeld plaatsvindt voordat eiser in Nederland woont.

X is afkomstig uit een land buiten de EER. Op 16 mei 2017 schrijft hij zich in voor een universitaire studie en in augustus 2017 bij de gemeente als inwoner van Nederland. X heeft in 2017 geen belastbare inkomsten in Nederland. In zijn aangifte IB/PVV 2017 neemt X € 12.670 aan aftrekbare scholingsuitgaven op. De inspecteur weigert de aftrek, zodat bij de aanslag IB/PVV 2017 geen bedrag aan restant persoonsgebonden aftrek is vastgesteld. In geschil is of de inspecteur de aftrek van scholingsuitgaven terecht weigert. Meer specifiek is in geschil of X op het moment van betaling van het collegegeld binnenlands belastingplichtig is.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de betaling van het collegegeld plaatsvindt voordat eiser in Nederland woont. X’ standpunt dat alle in 2017 gedane scholingsuitgaven aftrekbaar zijn – ook als deze uitgaven zijn gedaan vóór aanvang van de belastingplicht – vindt geen steun in het recht. Volgens de rechtbank weigert de inspecteur de aftrek terecht. X’ beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt evenmin. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.27

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 11 mei

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen