Hof Den Haag beslist dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij aan de voorwaarden voor de aftrek van specifieke zorgkosten en scholingsuitgaven voldoet.

X brengt in zijn aangifte ib/pvv voor het jaar 2009 bedragen in aftrek aan kosten met betrekking tot de eigen woning, specifieke zorgkosten en scholingsuitgaven. Bij het opleggen van de aanslag zijn deze aftrekposten niet geaccepteerd door de inspecteur. Bij het opleggen van de aanslag is ook een verzuimboete opgelegd. X komt in beroep. Naar aanleiding van door X in de beroepsfase overgelegde stukken is niet langer in geschil dat een deel van de kosten met betrekking tot de eigen woning wel in aanmerking kan worden genomen. Rechtbank Den Haag stelt dat het op de weg van X ligt om aannemelijk te maken dat hij aan de voorwaarden voor de aftrek van specifieke zorgkosten en scholingsuitgaven voldoet. X is volgens de rechtbank niet in deze op hem rustende bewijslast geslaagd. De verzuimboete blijft in stand omdat X niet op tijd zijn aangifte heeft gedaan. Het beroep is toch gegrond omdat een deel van de in aftrek gebrachte kosten met betrekking tot de eigen woning alsnog is geaccepteerd. X komt in hoger beroep.

Volgens Hof Den Haag blijkt uit de door X verstrekte bescheiden niet dat hij de nota's van buitenlandse zorgverleners ter plaatse in het buitenland contant heeft betaald en dat hij het daarvoor benodigde geld heeft opgenomen van zijn bankrekening. De aftrek van specifieke zorgkosten is terecht geweigerd. Ook de aftrek van scholingsuitgaven is volgens het hof terecht geweigerd. Volgens het hof heeft X niet aannemelijk gemaakt dat hij de nota's van buitenlandse onderwijsinstellingen ter plaatse contant heeft betaald en dat hij daarvoor heeft geput uit het hem in het jaar 2008 verstrekte doorlopende krediet. Ook op een andere manier is er geen bewijs van de door X gestelde betalingen aan de buitenlandse instellingen. De betaling van € 2500 aan de D-universiteit heeft X wel aannemelijk gemaakt. Niet aannemelijk is echter dat dit een betaling voor een opleiding als bedoeld in artikel 6.27 van de Wet IB 2001 betreft. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 6.27

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 13 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen