Mevrouw X lijdt aan de ziekte van Crohn, een ernstige darmziekte. X ontvangt daarom jaarlijks bijzondere bijstand voor diverse kosten, waaronder die van zelfkweek van medicinale cannabis. Over de hoogte daarvan is door de Centrale Raad van Beroep (28 juli 2011, nr. 09/5890, ECLI:NL:CRVB:2011:BR3948) beslist dat X € 6000 per jaar moet krijgen. In haar IB-aangiften over 2012 en 2013 claimt X hogere kosten voor deze kweek te hebben gemaakt. Volgens Rechtbank Noord-Holland is de aftrek door X terecht berekend op basis van het BOOM-rapport "Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht" waarop het OM normaal gesproken zijn ontnemingsvordering op baseert. Beide partijen gaan in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat de kosten van zelfgekweekte cannabis niet aftrekbaar zijn. Deze wordt namelijk niet 'verstrekt op voorschrift van een arts' conform art. 6.17 lid 1 onderdeel c Wet IB 2001. De inkoopkosten van extra cannabis en cannabisolie bij coffeeshops vanwege misoogsten zijn ook niet aftrekbaar. De verklaringen van de artsen van X zien namelijk slechts op haar zelfgekweekte cannabis. In tegenstelling tot de uitspraak van Rechtbank Haarlem 14 juni 2006, nr. 05/929, ECLI:NL:RBHAA:2006:BA9589, beschikt X ook niet over een mediwietpas. De contributie van de patiëntenvereniging (ziekte van Crohn) is voorts ook niet aftrekbaar. Gesteld noch aannemelijk is dat deze vereniging medische informatie geeft en directe hulp verleent onder verantwoordelijkheid van gespecialiseerde artsen. Het beroep van de inspecteur is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17