X woont sinds 20 augustus 2017 in Nederland en begint op 1 september 2017 aan zijn studie. X betaalt het collegegeld voor het collegejaar 2017/2018 in juni 2017. In zijn aangifte IB/PVV 2017 neemt X een aftrekbaar bedrag aan studiekosten in aanmerking. De inspecteur weigert deze aftrek. Partijen zijn het erover eens dat X op grond van de tekst van de wet geen recht heeft op persoonsgebonden aftrek voor studiekosten omdat deze zijn betaald voordat X in Nederland was. X vindt dat hij toch recht heeft op aftrek op basis van doel en strekking van de wet. Het collegegeld heeft betrekking op het collegejaar 2017/2018.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat aftrek van studiekosten niet mogelijk is als betaling plaatsvindt voordat binnenlandse belastingplicht ontstaat. De wet is op de juiste manier toegepast en leidt niet tot schending van algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.2a
Wet inkomstenbelasting 2001 6.40
Wet inkomstenbelasting 2001 7.8
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 14 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag