Belanghebbende, X, heeft een gehandicapte dochter. In geschil is of hij de kosten die verband houden met haar weekendbezoek in aftrek kan brengen op zijn inkomen. Het spaarsaldo van de dochter bedroeg op 1 januari 2010 € 27.454 en op 31 december 2010 € 23.315.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat geen recht bestaat op aftrek van weekenduitgaven gehandicapte kinderen vanwege het spaarsaldo van de gehandicapte dochter van ten minste € 23.000. Dit vermogen is in het jaar 2010 dusdanig hoog, aldus de rechtbank, dat in dat jaar niet kan worden gezegd dat de dochter van X behoeftig was. X hoefde zich dan ook niet redelijkerwijs gedrongen te voelen tot het doen van de uitgaven. Hieraan doet niet af de onzekerheid over de mogelijke toekomstige stijging van de zorgkosten en de eventuele begrafeniskosten waarvoor de dochter haar spaargeld in stand zou moeten houden (vlg. Hof Arnhem-Leeuwarden 11 maart 2014, nrs. 12/00282 en 12/00283, V-N 2014/27.1.2)
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.25
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 31 juli