X trekt specifieke zorgkosten af. Het betreft de kosten van extra kleding en beddengoed voor zijn angstzweten. Hiertoe overlegt X een verklaring van zijn casemanager bij de GGZ. Daarnaast claimt X aftrek van reiskosten voor bezoeken aan zijn zus, die bij een antroposofische zorginstelling voor mensen met een geestelijke handicap woont. In geschil zijn de IB-(navorderings)aanslagen over 2012 tot en met 2015.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de casemanager bij de GGZ geen arts of paramedicus is, waardoor diens verklaring niet aan de gestelde eisen voldoet om de kosten van extra kleding en beddengoed in aftrek te brengen. X en zijn zus woonden bij de aanvang van haar ziekte of invaliditeit niet op hetzelfde woonadres, zodat de aftrek terecht is geweigerd. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X wel een immateriële schadevergoeding van € 1500 en een proceskostenvergoeding van € 525.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 27 oktober