X, een stichting, verzorgt trainingen op het gebied van luchtvaartveiligheid en is als onderwijsinstelling geregistreerd in het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs (CRKBO). X geeft cursussen in Nederland, andere EU-lidstaten en landen buiten de EU, waarbij zij zowel Nederlandse als buitenlandse trainers contracteert. X heeft aangifteformulieren voor de omzetbelasting ingediend voor de periode vanaf 1 mei 2017, waarop zij bedragen aan verschuldigde belasting en voorbelasting heeft vermeld. De inspecteur heeft naheffingsaanslagen en verzuimboetes opgelegd, omdat X volgens hem uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht en geen recht heeft op aftrek van voorbelasting. X stelt dat de Nederlandse wetgeving in strijd is met de BTW-richtlijn en het neutraliteitsbeginsel, en dat zij recht heeft op aftrek van voorbelasting voor cursussen die zij in het buitenland aanbiedt.
In geschil is of X recht heeft op aftrek van omzetbelasting die betrekking heeft op de cursussen buiten Nederland.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor cursussen die buiten Nederland worden gegeven. De CRKBO-registratie heeft tot gevolg dat al het beroepsonderwijs dat X in Nederland aanbiedt onder de onderwijsvrijstelling valt, maar deze registratie heeft geen grensoverschrijdende werking. De rechtbank stelt dat de vrijstelling als gevolg van de CRKBO-registratie slechts op de dienstverlening door X ziet en niet op de dienstverlening door de trainers aan X. Bovendien heeft X niet aannemelijk gemaakt dat zij in het buitenland omzetbelasting heeft voldaan. De beroepen van X worden ongegrond verklaard.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 2
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 8
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 13 maart
Informatiesoort: VN Vandaag