De heer X is eigenaar van een eenmanszaak. De onderneming heeft twee vestigingen. In de ene vestiging worden Surinaamse levensmiddelen, drogisterijartikelen, snoep en tabak verkocht. In deze winkel kan alleen contant worden betaald. In de andere vestiging wordt bemiddeld bij de verkoop van vliegtickets naar met name Suriname. De vliegtickets worden niet alleen per pin betaald, maar ook contant. In 2006 is bij een boekenonderzoek geconstateerd dat de administratie onvolledig is. In 2009 wordt dit opnieuw geconstateerd. Zo is er geen kasadministratie en er wordt in het geheel geen rekening gehouden met de (verschuldigdheid van) btw. Over 2006, 2007 en 2008 heeft X geen btw-aangiften ingediend. In geschil is de btw-naheffingsaanslag over 2005 tot en met 2008, alsmede de (uiteindelijke) 12% vergrijpboete van € 1750. Rechtbank Gelderland verlaagt de boete overeenkomstig de reeds ambtshalve verleende vermindering. X gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de aftrek van voorbelasting die betrekking heeft op de leveranties van rijst terecht heeft geweigerd. Op deze facturen ontbreken namelijk de naam, adres en btw-identificatienummer van X, alsmede het btw-identificatienummer en het adres van de leverancier. Met betrekking tot de boete stelt X vergeefs dat een registeraccountant hem zou hebben geadviseerd geen btw-aangiften meer te doen en de ambtshalve naheffing af te wachten, Aangezien X toegeeft zelf ook aan de juistheid van het advies te hebben getwijfeld, is sprake van (op zijn minst) in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid. Het beroep van X is slechts gegrond, omdat de boete wegens overschrijding van de redelijke termijn met € 250 wordt gematigd.
Gerelateerde artikelen
No-cure-no-pay-dienst is volgens A-G HvJ EU BTW-belaste handeling
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de door T.P.T. verrichte no-cure-no-pay-dienst onder bezwarende titel wordt verricht en derhalve voor de BTW een belastbare handeling vormt. Dat onzekerheid bestaat of en voor welk bedrag een honorarium wordt betaald is niet van belang.
Subsidie achteraf voor verliezen personenvervoer niet BTW-belast
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de subsidie, die door een lokale overheid aan P S.A. wordt uitgekeerd om de verliezen te dekken die zij lijdt bij het verrichten van diensten inzake openbaar personenvervoer, niet is begrepen in de BTW-heffingsmaatstaf van P S.A.
Besluit administratieve verplichtingen omzetbelasting uitgebracht
De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit over administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen in de omzetbelasting geactualiseerd.
Verlenging uitstel overgangsregeling BTW-tarief sport, cultuur en media
De Staatssecretaris van Financiën verlengt de werkingsduur van het beleidsbesluit gedeeltelijk uitstel overgangsregeling in verband met de afschaffing bepaalde tabelposten verlaagd tarief omzetbelasting (V-N 2025/2.19), tot 1 januari 2026. De verlenging houdt verband met de keuze van het kabinet in de Voorjaarsnota 2025 om de BTW-verhoging op cultuur, media en sport geheel te schrappen.
Richtlijnvoorstel inzake Invoer One Stop Shop op agenda Ecofinraad
In de agenda van de Ecofinraad van dinsdag 13 mei 2025 staat het vaststellen van een voorlopig standpunt (general approach) over het richtlijnvoorstel met BTW-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen en de BTW bij invoer. Het richtlijnvoorstel is onderdeel van het hervormingspakket Douane-unie.
Belastingdienst herinnert ondernemers op 6 mei 2025 via sms aan BTW-aangifte
Ondernemer die nog geen BTW-aangifte hebben gedaan over het 1e kwartaal van 2025 of maart 2025, ontvangen 6 mei 2025 een sms-bericht van de Belastingdienst. Daarin raadt de Belastingdienst aan uiterlijk 7 mei 2025 alsnog BTW-aangifte te doen over deze tijdvakken. En, als dat nodig is, de BTW ook te betalen.
Teruglevering grondposities na civiel vonnis is met BTW belast
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X BV niet aannemelijk maakt dat de teruglevering van de grondposities betrekking heeft op een vrijgestelde algemeenheid van goederen. Met een voorraad grondposities kan niet autonoom een economische activiteit worden voortgezet.
Misbruik van recht voor BTW omdat constructie met vennootschap op Jersey kunstmatig is
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van misbruik van recht, omdat sprake is van zuiver kunstmatige constructies die er uitsluitend op zijn gericht om een belastingvoordeel te behalen. De contractuele bepalingen beantwoorden niet aan de economische en commerciële realiteit.