Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het voor X nog geen eigen woning is, ondanks dat deze is gekocht met de bedoeling het als zodanig te gaan gebruiken. X woont geheel 2020 namelijk nog in zijn oude woning.
X is vanaf 19 oktober 2020 eigenaar van een woning. Met de vorige eigenaren is afgesproken dat zij er nog enkele maanden mogen blijven wonen totdat hun nieuwe woning klaar is. Zij zijn er tot 3 januari 2021 gratis blijven wonen. In geschil is of de woning voor X in 2020 is aan te merken als eigen woning en of hij de notariskosten en de rente van de nieuwe hypothecaire lening aldus kan aftrekken. Volgens X is sprake van tijdelijke verhuur van de nieuwe woning.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de woning voor X geen eigen woning is, ondanks dat deze is gekocht met de bedoeling het als eigen woning te gaan gebruiken. X woont geheel 2020 namelijk nog in zijn oude woning. Uit de wetsgeschiedenis van de Wet IB 2001 kan niet worden afgeleid dat het de bedoeling was de regeling voor tijdelijke verhuur ook te laten gelden voor woningen die (nog) geen hoofdverblijf zijn. Voor 2020 valt de nieuwe woning bij X in box 3, zodat geen kostenaftrek mogelijk is. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling.
Wetsartikelen:
Besluit lijfrenten in de winstsfeer (vennootschapsbelasting) 42a
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 21 april