Hof Den Haag oordeelt dat X bv de verhuurde onroerende zaken niet kan afwaarderen naar lagere bedrijfswaarde. Het winkelpand en het kantoorpand waren in 2013 en 2014 nog verhuurd en de omstandigheden die tot een afwaardering aanleiding kunnen geven, hebben zich pas vanaf begin 2016 voorgedaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X bv verhuurt een winkelpand, een kantoorpand met vier afzonderlijke units en een tweede kantoorpand. In 2016 komen X bv en de huurder van het winkelpand een huurverlaging overeen. Voor het kantoorpand is in 2012 overeengekomen dat de huur wordt voortgezet en na 2014 een huurkorting wordt verleend. De huur voor dit kantoorpand is per 31 december 2016 opgezegd en het pand stond daarna leeg. Voor de units geldt dat drie van de vier units in 2012, 2014 en 2017 leeg kwamen te staan. De huur van de vierde unit is per 1 december 2016 verlaagd. De panden zijn vervolgens in 2017 en 2018, deels via een veiling, verkocht. In haar VPB-aangiften waardeert X bv de panden af naar lagere bedrijfswaarde. De inspecteur accepteert alleen voor 2013 een afwaardering voor de units in verband met de leegstand.

Hof Den Haag (V-N 2021/38.1.1) oordeelt dat X bv de verhuurde onroerende zaken niet kan afwaarderen naar lagere bedrijfswaarde. Het winkelpand en het kantoorpand waren in 2013 en 2014 verhuurd. Op balansdatum heeft zich dan niet een waardevermindering voorgedaan. De omstandigheden die tot een afwaardering aanleiding kunnen geven, te weten een aanpassing van de overeengekomen huur of opzegging gevolgd door leegstand, hebben zich pas vanaf begin 2016 voorgedaan. Hiermee kan in 2013 en 2014 geen rekening worden gehouden. Voor de units geldt dat de inspecteur volgens het hof de afwaardering juist heeft berekend. Uiteindelijk verlaagt het hof de VPB-aanslag 2014 nog met een afschrijving, omdat in dat jaar geen afschrijving had plaatsgevonden op het kantoorpand. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Lees ook het thema Afschrijving van gebouwen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.30a

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Inkomstenbelasting

Editie: 29 november

Informatiesoort: VN Vandaag

569

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen