Rechtbank Gelderland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat er een regresvordering op de bv is. X heeft zich ooit wel voor zijn bv hoofdelijk als crediteur verbonden aan de Rabobank, maar het verdere verloop daarvan is onduidelijk, omdat daarvan geen stukken zijn.

X is dga van een inmiddels failliete en ontbonden bv, die een autohandel exploiteerde. X verkoopt in 2015 een onroerende zaak. In verband met openstaande vorderingen van zijn schoonvader betaalt X hem € 118.904. Volgens X stond de schoonvader borg voor de schulden van de bv en heeft hij daarna op X – als medeschuldenaar – regres genomen,. In geschil is primair of X zijn eigen regresvordering op de bv kan afwaarderen als TBS-verlies.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat er een regresvordering is, leidend tot een negatief TBS-resultaat. X heeft zich ooit wel voor de bv hoofdelijk als crediteur verbonden aan de bank voor € 170.167. Maar het verdere verloop daarvan is onduidelijk, omdat X ondanks herhaalde verzoeken van de inspecteur geen verdere stukken heeft overgelegd. De navordering over 2013 is voorts terecht. X claimde namelijk eerder in 2013 een verlies te hebben geleden, dat achterwaarts is verrekend met 2010. Volgens de herziene aangifte was er geen verlies, dus dat is een nieuw feit. De beroepen van X zijn deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 26 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen