Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inbeslagname in 2017 eind 2016 nog niet voorzienbaar was. In 2016 kan dus geen afwaardering plaatsvinden. Afwaardering van de voorraden in 2017 is slechts toegestaan als aannemelijk wordt gemaakt wat de fiscale kostprijs is.

Twee fiscale partners, X en Y, drijven in VOF-verband een onderneming. In april 2017 is bij een politieonderzoek beslag gelegd op de administratie van de onderneming en op een deel van de winkelvoorraad. Eind 2016 waarderen zij in verband hiermee hun bedrijfsvoorraad hennepzaad af met € 163.000 en de voorraad gedroogde hennep met € 9981.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inbeslagname in 2017 eind 2016 nog niet voorzienbaar was. In 2016 kan dus geen afwaardering plaatsvinden. Afwaardering van de voorraden in 2017 is slechts toegestaan als aannemelijk wordt gemaakt wat volgens goed koopmansgebruik de fiscale kostprijs is. De zaden zijn niet ingekocht, maar middels een natuurlijk proces gewonnen uit industriële hennep. X en Y stellen vergeefs dat de circa 240.000 zaden per zakje € 0,80 waard zijn. X en Y beschikken wel over aankoopfacturen van gedroogde hennep voor in totaal € 9981, maar gelet op de betwisting door de inspecteur, is niet aannemelijk dat deze aangekochte hennep onderdeel is van de inbeslagname. De beroepen van X en Y zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 20 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

161

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen