Hof Den Haag oordeelt dat X bv geen afwaarderingsverlies kan aftrekken. Het is niet aannemelijk dat zij een vordering op haar failliete dochter had. Een uitspraak op bezwaar kan formeel alleen per post worden verzonden.

X bv is een holding en heeft volgens haar VPB-aangifte over 2014 een verlies geleden van € 57.600. De aanslag is conform deze aangifte opgelegd. Pas in 2020 doet X bv een herziene aangifte met een belastbare winst van € 298.982 en een even groot te verrekenen verlies door het afboeken van een oninbare vordering op haar failliete dochter A bv. In geschil zijn de verliesverrekeningsbeschikking en de VPB-navorderingsaanslag over 2014. Volgens Rechtbank Den Haag is het beroep tegen de verrekening niet-ontvankelijk, omdat destijds geen bezwaar is gemaakt tegen de verliesbeschikking van 2013 en is haar beroep voor het overige ongegrond. X bv gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat X bv geen afwaarderingsverlies kan aftrekken. Het is niet aannemelijk dat zij een vordering op A bv had, bestaande uit ontvangsten van A bv die omzet van haar zou zijn en kosten van A bv die zij (middellijk) zou hebben betaald. Bovendien is vast komen te staan dat A bv een bijna even grote vordering op X bv had, die voor verrekening vatbaar was. Het incidentele hoger beroep van de inspecteur is ook ongegrond. De inspecteur stelt vergeefs dat de uitspraak op bezwaar ook per e-mail naar X bv is gestuurd, zodat die in eerste aanleg de beroepstermijn zou hebben overschreden. Een uitspraak op bezwaar kan formeel namelijk alleen per post worden verzonden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 3a

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 3 januari

496

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen