Aan X bv is een ambtshalve VPB-aanslag over 2016 opgelegd en een verzuimboete van € 2639. In de bezwaarfase is alsnog aangifte gedaan, zodat de boete wordt gematigd tot € 1500. Volgens Rechtbank Noord-Holland is er geen reden voor een verdere matiging, ook al is de te betalen VPB slechts € 2210. X bv gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat de boete passend en geboden is, omdat sprake is van herhaaldelijke verzuimen in eerdere en latere jaren. Pas bij de aangifte over 2019 heeft X bv haar gedrag verbeterd. Het feit dat bij twee dochter-bv's tot 2020 een langdurig boekenonderzoek heeft plaatsgevonden, ontslaat X bv ook niet van haar plicht om tijdig aangifte te doen. De boete staat voorts los van de hoogte van de aanslag (zie Hof Amsterdam 6 september 2012, 11/00924, V-N 2012/57.2). Het beroep van X bv is ongegrond.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a