De Belastingdienst stelt in het algemeen geen eisen aan bedrijven met een hoofdkantoor in Nederland ten aanzien van transparantie over financieringsstromen van en naar laagbelastende staten of staten op de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden. Dit antwoordt Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën op vragen van verschillende Kamerleden over schending van OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen door Pluspetrol.

Belastingplichtigen dienen wel rekening te houden met de Nederlandse fiscale verplichtingen die verbonden zijn aan financieringsstromen, zoals renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting. Dit kan ook rente verschuldigd op een lening aan een laagbelastende of niet-coöperatieve staat betreffen.

De in de vennootschapsbelasting opgenomen aanvullende Controlled Foreign Companies (CFC)-maatregel heeft ook betrekking op een gecontroleerd lichaam of een vaste inrichting in een bij ministeriële regeling aangewezen laagbelastende of niet-coöperatieve staat. Verder worden rente- en royaltybetalingen aan gelieerde lichamen gevestigd in deze aangewezen staten per 1 januari 2021 onderworpen aan een conditionele bronbelasting.

Nederland steunt het initiatief in de EU om afspraken te maken over een publieke verplichting tot het opstellen van een landenrapport in het kader van country-by-country reporting (CbCR) voor grote internationaal opererende bedrijven. Het doel van een publieke CbCR is voor de maatschappij inzichtelijk te maken hoeveel winstbelasting een multinational daadwerkelijk betaalt en waar deze wordt betaald.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 24 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen