Mevrouw X woont in Marokko en heeft geen inkomen in Nederland. Haar echtgenoot woont in Nederland en heeft wel inkomen in Nederland. X opteert voor de behandeling als binnenlandse belastingplichtige en krijgt daarom tot en met 2014 de algemene heffingskorting uitbetaald. Per 1 januari 2015 is die regeling afgeschaft. In geschil is of X in 2015 en 2016 toch aanspraak maakt op de algemene heffingskorting. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt X in het ongelijk.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat geen sprake is van ongeoorloofde discriminatie. X kan alleen nog worden aangemerkt als een ‘kwalificerende buitenlandse belastingplichtige’ als zij in een andere EU-lidstaat of EER-staat, Zwitserland of op de BES-eilanden woont. Inwoners van Marokko zijn in juridische zin niet vergelijkbaar met inwoners van de EU, de EER, Zwitserland en de BES-eilanden. Het internationale recht noopt niet tot het voortduren van de regeling. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26
Wet inkomstenbelasting 2001 7.8
Wet inkomstenbelasting 2001 8.9a
Wet inkomstenbelasting 2001 8.9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 10 juli